30-08-1999   Column Metro
DE CULTUUR VAN ONZE EIGEN TELOORGANG

Collega?columnist Pauline de Bok heeft afgelopen woensdag onder de titel 'De teloorgang van onze eigen cultuur' op welsprekende wijze haar ergernis geuit ten aanzien van de gang van zaken bij de opening van het Amsterdamse Museumplein afgelopen zondag. Ik was daarbij ook aanwezig en ik moet zeggen ?en daarbij laat ik de strekking van Paulines verhaal ongemoeid? ik heb me toch ook wel weer vermaakt. Maar ja, ik houd nou eenmaal van knulligheid. En dan zat je goed bij deze opening. De organisatie had kosten én moeite gespaard. De inwijding van het veel besproken grasveld had niet lulliger gekund.
Een D?acteur met een tulband maakte zich bekend als Rembrandt van Rijn en hield met rollende ogen een betoog, waaruit met onnavolgbaar vakmanschap elke geestigheid of belangwekkende gedachte was geweerd. 'Ik ben al driehonderd jaar dood,' ving hij veelbelovend aan, de rest van zijn verhaal deed niets anders dan dit feit illustreren. Vervolgens passeerden ook nog nationale cultuurdino's als J.P. Sweelinck en Vincent van Gogh de revue. De laatste voor de gelegenheid helaas niet getooid met een ezelsoor. Na een martelende medley van Joop van den Ende?musicaldreuntjes, mochten wij smullen van twee ook weer in 17e eeuwse lompen gehulde uiterst niet?spectaculaire koorddansers (nou ja, dansen) en het zieligste vuurwerk aller tijden. De miezerige kwatjes vuur, die telkens een aan het Museumplein gelegen culturele instelling moesten markeren, waren bij daglicht nagenoeg onzichtbaar. Knallen daarentegen waren er genoeg waar te nemen, maar die werden voornamelijk veroorzaakt door de falende geluidstechniek. Waar deze ook door Pauline gesignaleerde sukkeligheden bij haar ergernis opwekten, daar laafde ik mij aan de amusementswaarde van de tragi?komische show.
Freek de Jonge (die ik overigens wel kon waarderen) schetste het dilemma van deze opening in een enkele bijzin: een echte provocatie van de massaal opgekomen burgerij, dat zit er in deze Braderie Epoche niet in. Want is er eigenlijk wel behoefte aan iets schokkends, iets inventiefs of zelf iets moois?
Wie de welvaartskinderen van Nederland Partyland een avond eerder tijdens het Prinsengrachtconcert zag inhaken, weet dat niemand zit te wachten op een bevlogen statement. Als het gezellig is, is het goed.
Amsterdam heeft, na diep zelfonderzoek, besloten nooit meer een gooi te doen naar de organisatie van de Olympische Spelen. Ergens wel jammer dat de rest van de wereld nooit getuige zal zijn van de wijze waarop wij elk evenement de vorm van een Bonte Avond geven. De Cultuur van onze eigen teloorgang blijft zodoende binnenslands, een enkel Srebrenicaatje daargelaten.
Nee, het Museumplein stak verdacht mooi af bij wijze waarop het geopend werd. Ik heb me daarom afgevraagd of er geen opzet in het spel is. Want geef een doorgewinterde reactionair als een doorsnee Amsterdammer iets om op te schampen en hij is zijn vorige doelwit vergeten. Bij een wervelend programma had het plein de volle laag gekregen.
Nu hield het publiek zich tijdens deze manifestatie van lachwekkende onmacht vooral bezig met het verzinnen van een alternatieve show. 'Had Casa Rosso het maar georganiseerd!' hoorde je verzuchten. Elders riep men om 'Willem Alexander', een derde pleitte voor een combinatie van beide fenomenen.
Toen Freek tenslotte met een buitenmodel kwast een doek geheel blauw verfde, kreeg ik een een brainwave die ik hier niet onvermeld wil laten. Waarom geen mooi groot schilderij van het nieuwe plein gemaakt en vervolgens de moordenaar van 'Who's afraid of red, yellow en blue' uitgenodigd. Eventueel gesponsord door Stanley of Opinel. Geef deze gestoorde een ludiek groot mes (het zou nog een therapeutische werking kunnen hebben) en laat hem zijn gang gaan. Ik bedoel, dat is nog eens openen. Maar ja, gezellig is het niet. Bovendien bestaat er altijd een gerede kans dat het doek te dik is, het mes te bot of dat de hele handel al weggewaaid is voordat er toegestoken kan worden. Wat mij betreft ook allemaal goed. Want ja, Pauline, ik ben een liefhebber van knulligheid. Wat kan je ook anders in dit land!

Marcel Verreck