18-10-1999   Column Metro
WIE VAART ER NOG WEL IN FRIESLAND?

Volgens Geert Mak is God verdwenen uit Jorwerd, maar op dinsdag 5 oktober 1999 leek Hij zich enkele tientallen kilometers zuidelijker in volle glorie te manifesteren. Twee regenbogen telde het van zon en lood zwangere zwerk boven de Fluessen en daaronder zeilde ik met mijn vriend Joris in een supersnelle polyvalk van de beroemde Hoora?werf uit Heeg. Wij hadden meren, vaartjes en poelen voor onszelf alleen. Aan de einder wapperde een enkel zeiltje en zelfs in de Woudsender Rakken -het Vianen van de Friese Zuidwesthoek- begroetten wij slechts een handvol kruisertjes.
Oktober op het water. Fris, maar nog niet koud. Vergezichten door 17e eeuwse meesters uitgelicht. Luchten met imponerende wolken. En aan het eind van de middag zuilen van zonlicht, die het meer in brand staken. Ik was er een paar jaar niet geweest, rook het water en voelde wat ik gemist had.
Meer dan 20 jaar had ik als zeilinstructeur dit water bevaren. Ieder jaar een week, soms nog eens wat extra daagjes. Logeren in Gaastmeer, in de boerderij van de familie Cnossen aan het schilderachtige haventje.
We leggen aan bij het bruggetje. De boerin is thuis. Althans, ze is geen boerin meer. Haar man is met pensioen, het vee is verkocht, op hun weiland zijn een handvol huisjes gebouwd voor het jonge volk van het dorp. De boer klust nu met auto's en motoren. Dat is altijd zijn grote liefde geweest. Het blijkt dat hij 50 jaar met tegenzin heeft gemolken.
Er zijn meer dingetjes veranderd in het immer zo fraai geisoleerde dorpje, die erop wijzen dat ook hier de voortuitgang binnengesijpeld is. Natuurlijk, het bruggetje over de haven is verbreed, maar er zijn ook bemande veerpontjes gekomen en nog meer rijwielpaden. Het is nog maar 7 kilometer fietsen naar Workum, vertelt de boerin. Dat was vroeger dankzij alle waterbarrières wel 20 kilometer.
Als stadsjongen inhaleerde ik die 'splendid isolation' met volle teugen. In Gaastmeer was de natuur nog de baas, veel meer dan in de praktisch overdekte stad. Ik was bijna geschokt toen ik ontdekte dat ook de boer en boerin des avonds naar de televisie keken. De zeilkampen die zij op hun erf ontvingen, veranderden met de jaren. Ik heb allemaal meegemaakt. Samenzang, gitaarzang en spelletjes werden steeds meer vervangen door elektronische herrie, drinkgelag en nachtelijk disco?bezoek. De kinderen uit de stad namen de stad mee en schurkten zich in hun eigen MTV?wereld, zonder nog van de simpele genoegens van het landleven te proeven. Het gaat verschrikkelijk goed in Nederland. Twee jaar was ik niet in Friesland, maar het aantal jachthavens lijkt wel verdubbeld. En ze liggen boordevol. Zolang er hypotheeksgewijs bootjes kunnen worden gekocht, wil iedereen wel zo'n statussymbool. Het komt zelfs voor dat er met zo'n bootje gevaren wordt. Maar in de haven op je achterdek, dat oogt ook wel goed. Tja, welvaart betekent niet automatisch dat je dan ook wel vaart.
En Friesland, dat is geen verre uithoek meer. Langs de snelwegen grijnzen omineuze borden je aan: voor Businesspark Tjalleberd hier afslaan. Dankzij de constructie van een verkeersplein bij Heerenveen haalde het heitelan de afgelopen jaren zelfs regelmatig de fileberichten! Steeds meer bedrijven ontvluchten de overvolle randstad, zo las ik laatst, vooral ook ten gerieve van het personeel.
En zo geschiedde het dat zelfs in de laatste hoekjes en gaatjes van het fraaie Friese land de vooruitgang voelbaar werd. In Gaastmeer is onlangs een restaurant geopend met een terras op vier meter hoogte. Toch mocht ik me tijdens het zeilen weer even in het verleden wanen. Maar dat was omdat het oktober was, en lang geen zomer, wanneer je nog over de boten naar de andere kant van het meer kan hinkstapspringen. Binnenkort ga ik weer , om een feestelijke gebeurtenis muzikaal op te luisteren. Er wordt een nieuwe haven geopend.

Marcel Verreck