06-03-2000   Column Metro
LAAT HET SCHALLEN: HET LEVEN IS AANVALLEN

De staat heeft dus 11 miljard over. Minister Zalm probeert de vreugde nog wel te temperen met behulp van een Dagobert Duck?strip, maar 's lands financiële geinponem heeft niet kunnen voorkomen dat de blijde boodschap tot in de sufste hoekjes van het land is doorgekomen. Zelfs provincieambtenaren zijn nu op de hoogte en daarom inmiddels tot staken bereid. Elf miljard, het getal zegt mij niets, behalve dan dat het een aanwijzing is dat het ongelofelijk goed met Nederland moet gaan. Economisch wel te verstaan. Op de afdeling van het Haagse ziekenhuis waar mijn moeder momenteel bivakkeert, zijn zo'n vijftig onvervulde vacatures. De mensen die er werken, doen dat zonder uitzondering geweldig. Ze zijn betrokken, kundig, snel, vriendelijk, zelfs lief, gezegend met een ontspannend relativerend vermogen, maar ze zijn bijna altijd met te weinig.
De behandelend specialist beaamt wat wij aan alles kunnen zien: mensen die hier werken zijn zeer gemotiveerd. Zij hebben echt met hart en ziel voor dit werk gekozen. We hebben het, terwijl hij rustig maar doelgericht door blijft gaan met het verrichten van de nodige medische handelingen, over het schrijnend tekort aan personeel.
Waarom is een medisch beroep klaarblijkelijk minder aantrekkelijk? Het antwoord ligt voor de hand. De maatschappij is individueler, lees egoïstischer geworden. Het leven van de begin 21e?eeuwse mens is geautomatiseerd, zijn agenda is zijn bijbel, zijn bestaan is meer en meer gericht op het consumerend genieten van de eigen welvaart. In deze tijden van economische hosanna lijkt de zorg steeds meer een product te worden en minder een vanzelfsprekendheid. Veel van wat vroeger door (grote) gezinnen werd opgevangen, moet in de maakbare samenleving door instanties georganiseerd worden. Alle lof overigens daarvoor. Het zij zo. Wat ik dus maar wil zeggen: Zalm, meer geld voor de zorg! Beloon degenen die met te weinig dit bijzondere werk verrichten .Toon hen dat zij er niet alleen voor de maatschappij zijn, maar dat de maatschappij er ook voor hen is. Het levert allicht ook meer broodnodig personeel in de ziekenhuizen op. En dat zijn heus gemotiveerde mensen, anders kan je dit werk niet eens doen. Een financieel duwtje kan hen, zijnde gewild object op een om personeel smekende arbeidsmarkt, helpen toch te kiezen voor het werk dat ze eigenlijk willen doen. Zodat er nog meer tijd en aandacht kan zijn voor de patiënt, zowel van artsen als verplegers. Er gaat ?hoge werkdruk? immers zoveel over het hoofd van een zieke heen. De geschiedenis van mijn moeder leert dat je als patiënt altijd alert moet zijn.
Ook daarom heeft zij haar verhaal opgeschreven: Corry Erkens, Leven is aanvallen, rclaas van een borstkankerpatiënte (uitgeverij SWP, Amsterdam). Ik citeer de achterflap van het boek: Een schokkend verhaal waarin medischefouten en verkeerde inschattingen een belangijke plaats innemen; het laat ook zien dat een patiënte niet lijdzaam moet afwachten maar zelf het lot in eigen handen moet nemen. Niet alleen om te overleven maar ook om het zelfrespect te bewaren.
Vooral dat laatste is belangrijk. Als de politici met meer geld meer tijd voor onze medici kunnen creëren, laat ik dan hier juist die eigen kracht benadrukken. Geen cynisme. De voorkant van het boek toont een schilderij van mijn moeder (zij heeft vele talenten): Tenerife, zonsopgang. Treffend: zonsópgang, niet: zonsondergang. Want met het begin van elke dag verschijnt de belofte er iets van te maken.
Mijn moeder schrijft:Alles ging langzamer. Ik moest leren met de vele vrije tijd om te gaan. Een zinvolle invulling probeerde ik te geven in de vele schilderlessen die ik met veel plezier volgde. Ik gunde mezelf kleine uitstapjes. Wandelen naar het strand, kopje koffie drinken aan de boulevard. Met de bus naar huis en dan een poos naar bed. En wat het belangrijkste was en is: het gevoel hebben dat het goed is wat ik doe. Die strijdbaarheid, de moed, haar zuivere gevoel voor het goede en het mooie, de humor en de delicate relativering tekenen haar in dit boek.
En goddank, dit soort levenslust is erfelijk!

Marcel Verreck