17-04-2000   Column Metro
RED ONZE FILM, HUUR EEN VRIEND

Onlangs bereikte mij het droevige, maar niet geheel onverwachte bericht dat het slecht gaat met de Nederlandse film. En dan hebben we het niet over het aantal films, maar over het aantal toeschouwers. Er schijnt het afgelopen jaar één Nederlandse film uitgekomen te zijn die in totaal door 6 toeschouwers is bekeken.
Wat had ik die graag gezien! Zoiets exclusiefs maak je nooit meer mee. (Al weten wij natuurlijk niet of Herman Van Veen misschien weer eens filmplannen krijgt.) De titel van de betreffende rolprent is mij godzijdank ontschoten, maar ik had er wat voor over gehad om de 63ste kijker te zijn geweest: de eerste en enige die niets met de productie te maken had.
Hoe heeft het zover kunnen komen met de Nederlandse cinema? Aan de kwantiteit ligt het niet. Ging het vroeger over De Nederlandse Film, dan het je meteen het juiste aantal per halfjaar aangeduid. Meer kwam er niet uit. Momenteel worden er juist heel veel films gemaakt, vooral vanwege stimulerende fiscale maatregelen. Zo is er volgens zegslieden nu al 350 miljoen gulden binnengehaald. Maar misschien hebben we hier wel een oorzaak voor het slechte bioskoopbezoek: het vaste bestand liefhebbers moet over een groter aantal films gespreid worden.
Maar dan nog, kunnen Nederlanders soms niet filmen? Onzin, zie de geschiedenis (Haanstra, Ivens), zie het heden: vele Nederlandse cineasten hebben hun weg gevonden in Hollywood. Zo heb ik vandaag weer genoten van bij de firma Blokker betrokken videobanden van de serie Floris. De regisseur van dit onnavolgbare ridderepos uit mijn jeugd, Paul Verhoeven, is één van onze beroemdste filmzonen. Maker van diverse kassuccessen én ook nog even de legendarische winnaar van de Platina Framboos voor de slechtste film van het vorige millennium, Showgirls. Een man om trots op te zijn.
Desalniettemin, waarom gaat het toch zo klote met die Nederlandse film? Ligt het aan het stomme, op Amerika gefixeerde publiek? Wie weet. Feit is dat kijkgedrag onderhevig is aan grillen. In Hoorn is onlangs zelfs een bioskoop in de as gelegd. Een krantenfoto toonde een reeks nasmeulende stoelen. Het onderschriff was hilarisch: De dader was waarschijnlijk de enige bezoeker. Hij had zich na zijn pyromane aktiviteit via de nooduitgang uit de voeten gemaakt. (Heel netjes.) Het personeel vond (achteraf) dat hij een zenuwachtige indruk had gemaakt. (Dat hij in plaats van met een grote beker cola met een jerrycan benzine naar binnen was gelopen leek de popcornjuffrouw nu ook opeens verklaarbaar.) Om welke hartverwarmende film ging het hier? Hoeveelheid en soort publiek wijzen in de richting van een Nederlandse rolprent. Maarja, je weet het niet. Ligt het aan de (Nederlandse) taal? Waarom zou de film falen daar waar de popmuziek (Doe Maar en kleinkinderen) slaagt?
Laten we het dus toch maar positief bekijken. Ik zag onlangs de nieuwste komedie van Eddy Terstall, Rent-a-friend. Okay, een Engelse titel, maar verder onnederlands leuk. In een ontspannen ntme met zeer vermakelijke dialogen werkt Terstall het centrale gegeven van de film uit: man verhuurt zich als vriend. Zo belandt deze held als kalmerende gast bij een altijd ruziënd paar: als hij er bij is acteren ze een lieve vrede.
Hilarisch is zijn rendezvous met een schitterende Peer Mascini, die als exclusief liefhebber van Duits voetbal in dit land natuurlijk geen medesupporters kan vinden. De film ziet er mooi uit en Terstalls vaste acteurs spelen puik. Naast de grinnikopwekkende scenes raakt de film ook een serieuzer, aktueler thema: de individualistische, verzakelijkte mens rest niets dan een vriend 'te huren'. Dat ik af en toe aan Bram Peper moest denken, kwam misschien omdat de film in Rotterdam speelt. Rent-a?friend, pas 15.000 bezoekers, ga er heen! Schoonheid, troost en humor in de magie van een donkerzaaltje. Blij kom je eruit, alsofje even een vriend gehuurd hebt.

Marcel Verreck