26-06-2000   Column Metro
VAN SCHOONHEID, TROOST EN VOETBAL

Ik had niet gedacht dat het ooit zou gebeuren, maar WimKayzers belangwekkende monsterserie Van de schoonheid en de troost schijnt nu echt op zijn eind te lopen. De televisie maker van de VPRO wist vele kopstukken uit de werelden der kunst en wetenschap voor zijn camera te krijgen. Welke rol speelden de sleutelbegrippen 'schoonheid en troost' in hun leven en werk? Ik heb er weinig van gemist. Het was iedere zondagavond geruststellend ouderwetse televisie. Anderhalf uur een pratend hoofd, regelmatig doorsneden met lome beelden van de leefomgeving van het pratende hoofd, pretentieus gebrom van de programmamaker eronder, heerlijk!
Geen cocaïneus montage-inferno vol hijgerige soundbites, maar wijze, vriendelijke, gesloten, onzekere, superieure mensen met een verhaal dat ruimte verdient. Het resultaat: mijn zapspieren raakten verlamd, de onaangeroerde afstandbediening staarde mij verbaasd vanaf de stoelleuning aan. Op Wim Kayzer is zeker kritiek mogelijk ? let maar eens op ? maar laat ik hem om te beginnen bedanken voor dit wekelijkse geschenk. Een andere uitstekende eigenschap van de serie was dat zij bij mij een scala aan reacties opriep. Moeiteloos switchte ik van ontroering naar ergernis. Zo reserveert Kayzer voor zichzelf een aanzienlijke rol. Hij wil heel graag een gelijkwaardige gesprekspartner van de te interviewen Grote Geesten zijn en toont dan de gretigheid van het knapste jongetje van de klas. Maar soms weet hij ook heel vakkundig zijn mond te houden.
Afijn, deze fascinerende reeks portretten bewoog zich in het dynamische gebied tussen mislukking en glorie. In ieder geval heeft het programma mij wel aangezet tot het nadenken over de vraag: 'Wat is de rol van schoonheid en troost in mijn leven?' Veel van de opmerkingen van de geïnterviewden komen mij bekend voor. Het leven krijgt glans door superieure kunstuitingen (muziek, poezie, schilderijen) maar ook door verbondenheid met naasten (familie, vrienden, verwante geesten).
Ik miste zelf echter één bron van schoonheid en troost in deze serie: de sport. Misschien niet zo verwonderlijk als je de vergeestelijkte deelnemers aan het programma in ogenschouw neemt. De filosofe Martha Nussbaum zagen wij trainen en rennen, maar zij werd in de uitzending eigenlijk voornamelijk aan het huilen gemaakt door een onuitstaanbare Kayzer die telkens weer over haar overleden ouders begon De Britse denker Roger Scruton zong de lof van de vossenjacht, een controversieel ritueel waarin sport en natuurbeleving elkaar de hand reiken. Maar over de bekoring van een fijne pot voetbal heb ik niemand gehoord. (Ik kan het gemist hebben).
We leven nu in EK?sferen, dus stel ik mij de vraag: waarom geeft voetbal mij schoonheid en troost? Waarom ben ik blij wanneer er een wedstrijd op het menu staat7 Ook hier is natuurlijk de bron weer de jeugd. Onbezorgd spelen en dromen van een toekomst als held. En dan ben ik opgegroeid in een tijd dat het Nederlandse voetbal middels Feyenoord, Ajax en Oranje (WK'74) de wereld veroverden.
Bij terugblikken (dat wordt nu veel gedaan) ervaar ik weer de intensiteit van de geluksmomenten toen. De nieuwe sterren nu personifiëren je eigen verlangen naar een eeuwige jeugd, al is het pijnlijk dat ze steeds jonger dan jijzelf worden. Nu Danny Blind en godbetert Lothar Matthäus gestopt zijn, is er niemand meer van mijn generatie. De identificatie met de spelers wordt moeilijker, maar het spel blijft eeuwig. Spanning, strijd, verlies of winst. En de verbroedering met de andere toekijkers. Erbij horen. Opgenomen zijn in een groep. Schakel zijn van een massale (heel tijdelijke) liefdesketen.
Ik zou er nog uren over kunnen praten, maar dit is de Metro en niet de VPRO. En bovendien, Wim Kayzer zal geen voetballiefhebber zijn, anders had hij Johan Cruijff wel aan het woord gelaten. Of Jan Mulder. Maar daar zijn momenteel gelukkig andere ongegeneerd lange programma's voor.

Marcel Verreck