5-3-2002   Column Metro
CKV: DE ARTIEST IN DE PUREE!

Die avond werd in de aula van mijn middelbare school de film 'Max Havelaar' vertoond. Ik was leerling van 5 atheneum. Achter me zaten twee jongens uit de eindexamenklas. Een van de twee had de rolprent al gezien en lichtte zijn maat goed verstaanbaar en ruim van te voren over iedere gebeurtenis in. Na de pauze ging ik ergens anders zitten. Toen het licht doofde, weerklonk het universele geloei dat eigen is aan een groep scholieren in het donker. Peter Faber speelde de hoofdrol, energiek, maar zoals gebruikelijk totaal onverstaanbaar. De povere projectie en geluidsinstallatie van de school werkte ook al niet mee. De dramatiek van Multatuli's verhaal werd door veel van mijn lyceumgenoten duidelijk niet geheel op waarde geschat. Maar echt geschokt was mijn gevoelige want heimelijke literaire adolescentenziel door de schoolsgewijze reactie toen de moedige Sadjah aan een bajonet werd geregen. Er steeg een luid gejuich op in de aula, als ware er een beslissend doelpunt gescoord. Nu ik er aan terugdenk moet ik er ook wel om lachen, want erge dingen zijn vaak komisch.
Afijn, van schoolaula's ben ik nooit helemaal afgekomen, want ik ben cabaretier en dan mag je eens in de zoveel tijd een schoolvoorstelling geven. Dat zijn altijd delicate aangelegenheden, want afgezien van de vaak rudimentaire toneelfaciliteiten is het zaak het publiek te laten bestaan uit leerlingen van de juiste klassen en schooltypen. Een voorstelling is namelijk gebaseerd op een aantal afspraken. Het doorsnee theaterpubliek kent die wel, maar kan daarom trouwens niet minder weerbarstig zijn. Van belang bij een schoolvoorstelling zijn een goede inhoudelijke voorbereiding op show en artiest en vooral op de tijdsduur van het gebodende: niets zo broos als de spanningsboog van de middelbare scholier. Duidelijk moet ook worden gemaakt dat theater iets anders is dan televisie, dus dat je eten, drinken en het luidkeels bespreken van het gebodene pas na afloop doet.
Scholieren zijn in principe enthousiast, reageren primair, dikwijls ook heel geschokt, waardoor je na afloop vaak het gevoel hebt dat je ze een onvergetelijke ervaring hebt bezorgd.
Maar zodra de M in het onderwijstype sluipt wordt het afleveren van een ordentelijke voorstelling een stuk problematischer. Ik herinner me de Mercurius Mavo uit Meppel (drie maal M een veeg teken, sommige namen vergeet je nooit). Tijdens het optreden voor dit schoelje werden er uit veiligheidsoverwegingen enorme stukken teksten overgeslagen. Zelfs het eigenhandig verwijderen van een substantieel deel van het publiek vermocht het tij niet te keren. Ik had het gevoel dat ik, bevoegd docent nederlands, via een omweg alsnog voor de klas was beland.
Maar goed, de jeugd moet nu eenmaal opgevoed worden en daartoe behoort ook een kennismaking met de muzen. Daarom heeft de regering het vak CKV ingevoerd. V staat voor vorming en C en K voor cultuur in wat voor spelling dan ook. Deel van het leerplan bestaat uit het klassikaal bezoeken van theatervoorstellingen. Met de huidige populairiteit van het cabaret valt er niet aan te ontkomen dat je regelmatig vlak voor de voorstelling de alarmerende informatie krijgt toegespeeld dat er wat CKV-ertjes in de zaal zitten.
Dat gaat dus niet altijd goed. Een jongere bevriende collega belde mij vorige week ontgoocheld op met de mededeling dat hij in de pauze het machtswoord had moeten spreken: die klas eruit of ik. Ik troostte hem met enige onverkwikkelijke anekdoktes uit mijn eigen praktijk. Hij pleitte voor afschaffing van het vak. (Ik zeg het nu netjes). Ik, denkend aan mijn eigen schooltijd, heb nog wel goeie hoop. Want evenals de artiest moet ook het publiek rijpen. Maar niet al te vaak in onze zalen graag. Anders waren wij wel leraar geworden.

Marcel Verreck