01-07-2002   Column Metro
BENT U OOK EEN ACT ?

Ik ga een volle week naar Terschelling om het Oerolfestival bij te wonen. En het zal inderdaad een volle week worden. De vrijdagse pont van drie uur vanaf Harlingen oogt als de Filippijnse veerboot, die wij zo goed kennen uit de kleine maar onmiskenbare berichtjes op pagina 3 van de krant. Een opeenstapeling van rugzakken en ledematen vult de vertrekhal. Overal trachten personen die elkaar in de drukte zijn kwijtgeraakt via mobiele telefonie en SMS-geweld het kontakt weer te herstellen.
Uiteindelijk vind ik op het zonnedek een schaars stukje reling, overzie het blijmoedige slagveld en denk: 'Zal de Waddenzee hier nog water genoeg voor over hebben?'
De boottocht duurt welhaast twee uur en dat vergroot de collectieve voorpret op de pont alleen maar. Het Oerolfestival is absoluut een bijzonder evenement en je ziet aan de uitgelaten bezoekers dat ze zich ook bijzonder voelen, zodadelijk zullen ze weer opgenomen zijn in die 'gekke, artististieke Oerolwereld.' Dan kruipen ze, er zijn een hoop oudere tot behoorlijke oudere jongeren bij, vol nostalgisch welbehagen met hun rimpelende vellen in hun oude tentje, dat gezien de wispelturigheid van het Terschellinger klimaat zeker enkele malen ouderwets zal lekken. Ook ik ken de praktijk van Oerol, ik ga er nu voor de derde maal heen, maar nimmer bevond ik mij in zulk een drukte. De Waddeneilanden koester ik vanwege hun superieure rust, wat dat betreft stemt deze aanblik mij somber. En later, als ik gearriveerd ben op het festivalterrein Westerkeyn, ongeveer op het midden van het (bewoonde gedeelte van het) eiland wordt de situatie er niet beter op. Afgezien van de enorme rijen bij de kassa (er is een probleempje met het nieuwe systeem) oogt Westerkeyn als het rondreizend theatercircus De Parade. Op die Parade heb ik vroeger ook nog wel eens in de stromende regen voor een man en een paardenkop een conférence staan te houden. Maar die tijd is voorbij. Ga nu in de zomer eens naar het Amsterdamse Marten Luther Kingpark, tracht voorbij de kassa's te komen en zie hoe heel Amsterdam elkaar onder het genot van rosé en tapas omhelst. Ook op Terschelling hangen er binnen een mum van tijd een groot aantal bekenden om je nek en je weet: dat wordt dus een volle week, met volle tenten, volle glazen en volle mensen.
Het eiland kan de drukte nog net aan. En de eilanders, die zich bevinden op de balans van profijt en overlast, beginnen er volgens ingewijden ook steeds meer moeite mee te krijgen. Dit jaar werd het bezoekersrecord weer gebroken. Het aantal voorstellingen was nimmer zo groot. En ook over de horeca-ondernemers hoeven we ons geen zorgen te maken.
Het Oerolfestival is van oudsher artistiek en fijnzinnig door het gebruik van de microkosmos van Terschelling met veel duinpannen, waarin totaal onbegrijpelijke maar bloedmooie toneelspektakels worden opgevoerd. En het surplus aan straattheater vergroot de theatrale verwarring. Je kan in een van de prachtige dorpsstraatjes lelijk struikelen, een been breken en daarvoor op applaus van de omstanders getrakteerd worden. 'U bent toch een act?' 'Nee, kunt u een ambulance bellen?!'
Toch worden de meeste bezoekers, zeker na een langer verblijf, aangeraakt door de schoonheid en rust van het eiland. Uiteraard blijven de doorgaande fietspaden gevuld met jakkerende en mopperende lieden die in hun stadse opwinding zoveel mogelijk Oerol willen scoren.
Dan ben je blij als je als tegenwicht tegen die volte toch nog een verlaten duinpannetje ontdekt. Waar? Dat zeggen we niet. Want alles van waarde is weerloos. En op die geheime plek voer je vervolgens een hele minimale act op. De zee ruist, de wind streelt en de zon schijnt.

Marcel Verreck