5-11-2001   Column Metro
HOE DICHTER BIJ, HOE VERDER WEG

Het hotel waar ik moet optreden ligt aan de rand van het Haagse Statenkwartier waar ik opgroeide. Aan het eind van de kronkelige villastraat waar ik schoolging. Honderden keren ben ik hier langs gefietst, komende vanuit de richting van Madurodam, langs de elegante vallei van de Waterpartij, met in de oksel van het oplopende grasveld het eeuwig onder bloemen bedolven Indisch Monument. Het laatste stukje tot aan de Scheveningseweg was vooral 's avonds eng. Het fietspad liep omhoog, maar je trapte stevig door, van eenzame lantarenpaal naar eenzame lantarenpaal, totdat je, ongeschonden door kinderlokkers, uit het struikgewas kon ontsnappen en langs het hotel het afsluitende traject veilig naar huis kon rijden. Het is een sjiek symposium met vele bobo's uit de branche en ik zal het geheel afsluiten met een aantal eigenwijze visies op het onderwerp, waarbij ik onder andere de stem en mimiek van Johan Cruijff leen. Ik word door de organisatie met alle egards ontvangen en krijg de beschikking over een hotelkamer om me om te kleden en me voor te bereiden. De hotelkamer is als een reusachtige zak snoep. Helemaal vol met leuke zeepjes , badmutsjes, geurende oliën, een badjas, een broekenpers, een computer , de minibar en uiteraard een TV met vele kanalen. Als je van alle voorzieningen zou willen profiteren, ben je minstens uur bezig. Speciale aandacht ontvangt vanzelfsprekend het TV-apparaat, want overdag televisiekijken blijft toch altijd een beetje verboden en dat is lekker. Een snelle scan van de kanalen leert dat ook in dit respectabele hotel vier zogeheten pay-kanalen te ontvangen zijn. U begrijpt het, hierop zijn films te zien waarop onvolledige geklede mensen zich 24 uur per dag aan elkaar aan het vergrijpen zijn. Je mag er wel gratis naar kijken, gelukkig heel even maar, want die indringende beelden verstoren de voorbereiding op het optreden behoorlijk. Het is namelijk geen pretje als je tijdens een speciaal voorbereide conference nog met de beelden van enige aan elkander knutselende huisvrouwen op je netvlies zit. Na korte tijd verschijnt dus de mededeling dat er slechts van de film verder genoten kan worden als er een bepaalde knop wordt ingedrukt, waarna op de hotelrekening een extra bedrag van f 19,50 zal worden opgevoerd. Onder de vermelding 'diversen'! (Dames, staat er 'diversen' op uw man zijn hotelrekening, dan weet u hoe laat het is.)
De TV gooi ik dus uit. Ik open de balkondeur. Het is een echte stormachtige Haagse herfstdag. Woeste wolkenfronten duelleren met de ongeremde kleuren van de stervende zon, die hier immers iets verderop in de Noordzee glijdt. Bladeren en takjes dansen over de Scheveningseweg, de haven (zout, vis, teer) is goed te ruiken. Auto's glijden de wijk in, naar huis, met een vanzelfsprekendheid die ook ik ooit op mijn repertoire had. Na het overlijden van onze moeder hebben mijn zus en ik het grote heerlijke huis op Frederik Hendriklaan leeggehaald. Dat is al bijna anderhalf jaar geleden. Sinds die tijd heb ik nooit meer in Den Haag geslapen.
Daar sta ik nu op mijn luxe hotelbalkon. Straks gaat men om mij lachen en word ik op de schouders geslagen en meer van die dingen waar ik als klein hierlangs fietsend jongetje van droomde. Ik heb zelfs geld zat om zo'n kamer te huren, ik ben een gerespecteerd ondernemer met een goed lopende toko. Wat een uitzicht. Zo dichtbij, maar zo ongrijpbaar.
Zo voor eeuwig verloren.

Marcel Verreck