9-9-2000   Theaterfestival 2000, Recensie 5: Het Parool
DE WEG WEER GEVONDEN.

Ik heb een groot talent om in Utrecht de weg kwijt te raken. Het lijkt wel of ze die stad elke nacht demonteren om haar vervolgens weer op een andere manier in elkaar te passen. Zo kan een middelgrote stad een metropool lijken, bedenk ik me na weer een gemiste rotonde. Tenslotte in de schouwburg duurt de verwarring voort. Is dit het theater waar ik gisteren Reigen zag? De zaal heeft haar knieën opgetrokken (het publiek noodgedwongen ook) en vanaf ambitheater -positie gaan we zodadelijk De Cid (Corneille/GJ Rijnders) door Toneelgroep Amsterdam zien. Duidelijk is ook dat meer mensen de weg zijn kwijtgeraakt, de belangstelling is mager.
De enscenering van Rijnders is echter in en in helder. Verdwalen is niet mogelijk. In een meer dan bedachtzaam tempo ontrolt zich de intrige van dit verhaal der erewraak. Don Rodrigo moet om de eer van zijn beledigde vader te wreken de vader van zijn geliefde Jimena doden. Nadat hij met zijn immense zwaard heeft toegeslagen, dient zij -liefde of niet-bij de versleten koning om Rodrigo's edele hoofd te vragen. Maar de Moren bedreigen het land en Rodrigo ontpopt zich als broodnodige oorlogsheld die van zijn Arabische overwonnenen de eretitel Cid (heer) krijgt. Aan de monarch van het vermolmde hof, letterlijk op zijn laatste benen lopend, de taak wijsheid, gewoonterecht en pragmatisme te combineren. Net als in de eerdere stukken die ik deze week zag is het veel staan en spreken en door de fijnzinnige traagheid waarmee geopereerd wordt reiken de verscheurende morele dilemma's verder dan de intrige van het stuk. Hoe absurd trouw zijn kinderen aan hun ouders, ook al zijn zij, zoals in het geval van Rodrigo en Jimena, slachtoffer van hun vader? Hoe belangrijk zijn normen en waarden, een anachronistisch begrip als 'erewraak 'incluis, als cement van een gemeenschap ? Er blijkt een koppigheid te bestaan waartegen zelfs een erkend menselijk instrument als het opportunisme weinig kan uitrichten.
Twee jaar geleden zag ik in het Theaterfestival het vergelijkbare Zinsbegoocheling, een stuk dat onder het motto 'Rijnders goes kostuumdrama' vermorzeld werd door des regisseurs polemische bedoelingen. In zijn enscenering van De Cid wordt het stuk juist gébruikt en uitgediept. De ironische touchés nu verlevendigen de tot contemplatie dwingende 3 uur. Het fraaie acteerwerk, het mooi-sobere toneelbeeld en de hupse kostumering doen de rest. Het zal u niet verbazen dat ik na afloop zonder omwegen door Utrecht de snelweg naar Amsterdam bereik.

Marcel Verreck