10-05-2002 |
|
1 OP DE MIDDAG (NCRV) AKTUELE COLUMN
Toen ik enige tijd geleden 's ochtends mijn gordijnen opende, keek ik hem
recht in het gezicht: Pim Fortuyn. Niet dat de man langs mijn regenpijp naar
boven was geklommen, daar leek het me ook niet echt een type voor. Hoewel ik
hem er voor aanzag dat hij voor De Grote Liefde tot de gekste dingen in
staat was. Maar dat was hier niet aan de orde. Wat dan wel? Mijn overbuurman
in mijn niet al te brede straatje in de Amsterdamse Pijp had besloten zijn
politieke voorkeur niet langer voor zichzelf te houden. Wat heet! Zijn ramen
waren bedekt met, even de slaap uit mijn ogen wrijven, twee kingsize Pim
Fortuyn-posters.
Op mijn nuchtere maag. Ik geef toe, het was even wennen. Maar gek genoeg,
het wende. Zelfs op zo'n foto beschikte Fortuyn klaarblijkelijk over een
kenmerkende wervende charme. Op een gegeven moment vond ik het zelfs wel
gezellig dat Pim zo mijn huis intuurde.
Ik was geen fan van de meeste oplossingen die hij suggereerde, maar begon
stiekumpjes wel te genieten van de flair, de welsprekendheid en het
non-conformisme waarmee hij op de televisie, zijn medium, het paarse kabinet
op de korrel nam.
Van het legendarische debat na de gemeenteraadsverkiezingen heb ik gesmuld
en dat niet alleen maar om redenen van beroepsdeformatie. Al wil ik hier wel
van de gelegenheid gebruik maken om Pim Fortuyn ook namens de sector column
en cabaret postuum te huldigen voor zijn nimmer aflatende inzet voor deze
branche.
Het is zeker dat ik nooit op Fortuyn zou stemmen, maar door de manier waarop
hij debatteerde werd je wel gedwongen scherper na te denken over zijn
mogelijke ongelijk. Je kon hem niet in de hoek zetten als een megalomane
narcist, hoewel hij dat register ook beheerste. Zoals meer: dat hij kwaad
kon worden, vilein, onheus, geestig, allemaal dingen die in de politiek
zoals ik die al jaren volg en becommentarieer maar mondjesmaat voor bij ziet
komen. De meeste politieke kwinkslagen kenmerken zich door het lompe
oudemannengelach dat dan soms uit de banken der Tweede Kamer opstijgt.
Dat zou met Pim anders worden. Ongecontroleerde emotie en superieure
listigheden, plotselinge gekwetstheid en onverhuld dedain en vooral een
permanente onvoorspelbaarheid, allemaal zaken waarvan we in de campagne al
een smakelijk voorproefje kregen.
Wat Fortuyn tegenstond in de islam was de anti-moderne houding en die
houding trof hij ook aan in het op zichzelf gerichte Politiek Den Haag.
Fortuyn leek misschien zelfs meer op een postmodernist, een man die het
hogere en het lagere in zich verenigde, professor en man van de straat,
mooie pakken maar ook onverhulde toespelingen op darkroomavonturen, een man
die van het spel hield. Maar het ging hem geloof ik toch niet alleen maar om
het spel. In de lawine kostelijke interviews die dezer dagen over ons
uitgestort wordt, zie ik wel een oprechte missiedrang. En ongetwijfeld heeft
deze geboren eenling met het verbeteren van de wereld ook zichzelf iets
willen geven. En misschien zocht hij wel het kontakt door juist te schoppen
en te knijpen. En natuurlijk had hij correcties nodig.
Het is heel erg, heel erg, hoe hem de mond is gesnoerd. Voor deze intens
laffe daad schieten woorden tekort. Aan Pim Fortuyn was ik al een beetje
gewend geraakt, maar dit moorddadige gedrag went nooit. En iedereen mist
hem, omdat hij zich, niet in het minst door zijn herkenbare emotionaliteit,
in ieders lichaam had genesteld. Bij sommige woonde hij in het hart, bij
anderen in het hoofd, maar ook bij velen in de gal. Het maakt niet uit, we
zijn ook allemaal een stukje meevermoord. Maar vandaag, op de dag dat ooit
een verschrikkelijke oorlog begon, hoop ik dat het goede van het massale
samenzijn zal overwinnen. De verweesde samenleving, zo door Fortuyn
betreurd, is weer voor even een familie. Met Pim als pater familias, de rol
die hij als eenling ambieerde. Maar op deze manier, dat heeft echt niemand
gewild.
Marcel Verreck
|