20-6-02 |
|
COLUMN STENDERS VROEG
Waar zijn wij in Godsnaam terechtgekomen? Op Oerol/Terschelling! Ik kan het
land mededelen dat er op dit eiland en vooral ook binnen de VARA-crew een
sluipend proces plaatsvindt van gewenning en vooral voortschrijdende
schaamteloosheid. Er lopen hier mensen rond in korte broeken, die dat om
redenen van hygiëne en visuele overlast nooit zouden mogen. Zo worden er
vormen van lichaamsbeharing aan de buitenlucht blootgesteld, die zelfs de
geharde Oerolfreak, en dan heb je echt heel veel gezien, nog doen
verschrikken. Ik weet, veel mensen zitten nu te ontbijten, maar ik kan niet
beloven dat ik mij ditmaal tot verhullende termen zal beperken. Jullie zijn
dus gewaarschuwd. We hadden het over haar en dan bedoel ik niet de
onbereikbare godin waar onze ziel naar smacht, maar over de lichaamsbegroeiing
die sedert Pim Fortuyn en de voortschrijdende evolutie zo ter discussie staat.
En dan blijkt dat op Oerol alles anders is. Veel vrouwelijke bezoeksters, zo
constateerden wij, hebben rood geverfd haar. De henna moet op dit eiland
volslagen uitverkocht zijn. Het bange vermoeden rijst dat niet alleen het
hoofdhaar geschilderd is, als wij zo op het rondvliegend okselhaar mogen
afgaan. Over de rest zullen we maar zwijgen.
Door perverse kenners van de volkscultuur werd geopperd dat bij ontstentenis
van henna wel eens menstruatiebloed als verfmiddel gebruikt wordt, dit in
verband met de op handen zijnde zonnewende en de daarmee gepaard gaande
heksenrituelen. De conversatie die volgde bevatte de elementen ‘vanuit de
bilspleet doorlopend rughaar’ en ‘klontjes’ (© ELLEN), afijn, als ik die ga
herhalen, is er straks zeker sprake van een afvloeiingsregeling.
Maar dat zich heksenpraktijken op het eiland afspelen werd de paardrijdende
collega’s onlangs duidelijk toen zij zich aanmelden voor kennismakingsritje.
Afijn, daar is in dit programma al heel wat over afgejeremieerd. En dan blijkt
maar weer dat je je moet verdiepen in de gewoontes van het oord war je te gast
bent. Ik, als veganistische Waddenfreak, had het ze kunnen vertellen. Als er
op Terschelling wordt paardgereden krijgt niet alleen de paard maar ook de
berijder met de zweep.
Verbazing is er bij de bleke mediastadsmuisjes ook over het hier populaire
fenomeen van de ‘neukende vliegen’. ‘Daar zitten er weer twee op mijn arm te
vozen,’ wordt er dan gegild. Ja, schatjes, dat is de natuur en als je daar nog
meer van wilt zien, dan fiets je naar de Waddendijk, want daar is de erotische
ontmoetingsplek voor senioren, al dan niet in gezelschap van de beruchte maar
onmiskenbaar functionele schootkeffer.
Ja, het eiland zindert en dat geldt voor alle gezindten. Tijdens een
fietstocht langs mooie stille plekjes stootte ik (en dit bedoel ik
overdrachtelijk) op twee niet heel erg mooie, niet heel erg jonge, behoorlijk
bebrilde, maar zeer heftig tongende lichamen op een stil bankje.
Al deze dingen gebeuren op dit eiland, waarbij het excuus ‘leve het
lokatietheater’altijd gretig wordt gebruikt.
Verder wordt er veel gedaan aan het verspreiden van lichaamsvochten door
middel van niezen, want hooikoorts betekent op dit eiland niet alleen dat
iedereen te pas en te onpas ‘hoi!’ tegen elkaar zegt. Of zoals de Belgen
zeggen ‘állee Polleke’. En de eilander boeren zouden de eilander boeren niet
zijn als ze om de feestvreugde te verhogen niet ook nog eens met stimulerend
hooien zouden zijn beginnen. Of ze er zelf ook om moeten proesten, is niet
bekend, maar ja dat zijn de eilander boeren en daar moet je je in verdiepen.
Gisteren was de grote SMS-tocht daarbij mocht ik als een van de vele
verslaggevers figureren.
Er was al druk over vergaderd, want dat polderjuk wordt ook hier niet
afgelegd, maar het zag er op de call sheet, fries is hier de voertaal,
allemaal heel goed uit. De inleidende tekst beloofde veel, de deelnemers
werden onderweg ‘vergast’. Dat was nog eens lokatietheater.
Vergast, weliswaar op optredens, maar je wordt toch benieuwd.
De SMS-tocht was een groot succes, de eensgezindheid onder de deelnemers leek
wel op die van LPF, VVD en CDA, die al bijna aan de champagne gaan. Alleen
heet de champagne hier spettersjutter en zijn de oogjes om mij heen vandaag
wel heel klein.
Wat mij tenslotte weer bij die schaamteloosheid betreft. Eergisteravond
wandelde ik van Westerkeyn naar West gehuld in een roze condoom. Het betreft
de flinterdunne regenponcho die door een van de hoofdsponsoren gratis wordt
uitgereikt. Voorbij schietende fietsers glimlachten meewarig, tot het een van
de uiteraard vrouwelijke passanten te gortig was. De zon scheen inmiddels weer
en zij sprak op besliste toon: Nou magtie weer uit! Zij had haar roodgeverfde
oksels inmiddels aan de steeds minder Terschellingse lucht blootgesteld. Ik
waagde het niet haar tegen te spreken, vanavond is de Zonnewende, en het begin
van de zomer wil ik nog wel meemaken. Tot morgen.
Marcel Verreck
|