21-06-02 |
|
COLUMN STENDERS VROEG
Waar waren wij in godsnaam terecht gekomen? Oerol/Terschelling! Ik zeg
waren, want we zijn bijna weg. Dadelijk gaan we met de boot en die gaat om
elf uur en niet zoals het eerste gedeelte van de week in de onvolprezen
Oerolkrant Dome vermeld stond, kwart over elf. Dat leidde in de ochtend aan
de kade tot onvervalst lokatietheater, hartverscheurende taferelen van
mensen die met koffers naar de wegtuffende reet van de boot stonden te
staren, uiteraard onder applaus van de omstanders.
Zullen wij Oerol gaan missen? Vast wel. Maar nu hebben wij absoluut vrede
met ons vertrek. Want behalve de toegenomen vermoeidheid hebben wij weer
eens kennisgemaakt met het fenomeen 'regen op een waddeneiland'. Gezegd
wordt dat veel buien hier vanwege de wind en de bijzondere ligging
overdrijven, maar dat gebeurt dus niet altijd. Dat van dat overdrijven is
een kwestie van overdrijven.
Radio Oerol dat na Stenders Vroeg de uitzending weer overneemt, begint zijn
uitzending altijd altijd met een fraaie tune: Het is weer een mooie
Oeroldag! Rits u tent open en kom naar buiten. Maar als het regent dan zou
ik zeggen: rits uw tent open en rits hem heel snel weer dicht! En wacht tot
het doorlekken begint. Word één met de modder en u zult tot Oerol vergaan!
Natuurlijk heb ik mij in mijn jeugd helemaal sufgekampeerd. Ik heb wel eens
uitgerekend dat ik anderhalf jaar van mijn leven in een tent heb gelegen.
Dat haalt zelfs de doorsnee asielzoeker niet.
Dus als ik het geluid hoor van ratelende druppels op een dak, dan denk ik
onmiddellijk aan vakantie. Dan zie ik die mobiele campingplee voor me, die
je zelfs bij nacht en ontij moeiteloos kon vinden, door alleen al op de geur
af te gaan. Weer verschijnt voor mijn geestesoog die moeizaam voortbewegende
buurman, met die onmiskenbare closetrol onder de arm, de kringspieren nog
net onder controle. De deur van de plee stond uitnodigend open, iets te vlot
sprong hij op het bijbehorende trapje, gleed uit en belandde met zijn kop in
de toiletpot. Op dat moment moet er bij hem een fatale anale ontspanning
hebben opgetreden. De hele camping keek toe hoe hij in deze vernederende
positie vertwijfeld naar steun zocht, met zijn hand naar boven graaide en de
trekker vond. En de stortbak werkte prima.
De jongens en meisjes van Stenders Vroeg zitten absoluut niet in een tent,
en vanuit een luxe suite kan regen dus ook heel prachtig zijn, want
Terschelling is onder alle omstandigheden schitterend. Bij regen gaat alles
ruiken, de dennen, de weilanden, maar ook als je je op een ongelukkige plek
bevindt de Oerolgangers. Maar laten we eerlijk zijn, het was deze week vaak
ongelofelijk mooi weer en dan werd het ook al 's ochtends in de
VARAdubbeldekker van waaruit uitgezonden wordt bijna zo heet als in de
doorsnee Israelische bus.
Nee, de dynamiek van het eiland is ons wel ingepeperd.
Eergisteren mocht ik mijn Stenders-vrienden begeleiden naar de voorstelling
60 graden. Dat sloeg gelukkig niet op de temperatuur. We werden in een tent
gelokt vol schuivende panelen met allerhande suggestieve objekten en
kronkelende acteurs. Sommigen hingen in een kantelende deur, een enkeling
nam een hap van een haring, die zo te zien en te ruiken al de hele week in
de voorstellingen gebruikt was. Ik heb erg genoten, vooral van de gezichten
van mijn radio-vrienden, die immers niet zo in Moeilijk Toneel hebben
doorgeleerd als ik. Tussen de knutselarijtjes bevond zich een ballenspuwend
apparaatje, wat Eric telkens tot bukken noopte. Wonderlijkerwijze werd hij
niet geraakt. Ook niet door de voorstelling, zo bleek uit een korte, maar
heel duidelijke analyse.
Het is wel mooi geweest, zo luidt de overheersende opvatting, we gaan naar
huis. Maar het was ook mooi. Het festival woekert nog een weekend door, met
straks weer een lading nieuwe frisse Oerolgangers. Gaarne geven wij het
stokje over. Wij vertrekken op weg naar een nieuwe prooi. Of zoals ze in
Korea zeggen: Man bijt hond!
En dan gaan we nu de boot in.
Marcel Verreck
|