25-03-04   COLUMN STENDERS VROEG

Waar ben ik in Godsnaam terecht gekomen? En op wat voor een verheugend tijdstip! Want prinses Juliana is gestorven! Eindelijk verlost uit haar plantaardig bestaan. De enige met wie ze nog kon praten was prinses Irene...O shit...verkeerde bandje
Dat dat nou weer Balkenende moet overkomen. Hij doet het er gewoon om. Hoewel, altijd wanneer ik Balkenende zie, denk ik dat ze het verkeerde bandje hebben gestart.
Toen Juliana en Bernhard jaren gelden door Maartje werden geïnterviewd en zij zo hartstochtelijk op de salontafel begon te beuken, terwijl Bernhard bijna stikte in zijn pijp, heb ik ook een moment gedacht: ze hebben de verkeerde band gestart. Maar dat was nietzo en dat was het leuke aan Juliana, die tenslotte mijn koningin was. Ik ben met haar opgegroeid, ik heb al die defilé's op Soestdijk meegemaakt, lang voordat Beatrix met haar jongens op tournee ging in telkens weer een andere opgepoetste buurtschap. Hoe vaak heb ik niet haar hoofd gestreeld en haar achterkant gelikt, ik spaarde namelijk postzegels.
En ook munten, en dat was een hobby die ik met de Oranjes deelde. Ik heb nog meegemaakt dat Willy Alberti 'Juliana bedankt'schalde, goed bedoeld natuurlijk, maar het klonk wel alsof genoeg was geweest: Juliana, bedankt. Reeds, zou Sjef van Oekel zeggen. Die trouwens ook een prachtig loflied op Juul ten gehore zou brengen: Juliana onze vorstin, door mijn zus en mij oneerbiedig verbasterd tot Juliana onze worstin, want zij was stevig gebouwd. Niet zo massief als haar moeder Wilhelmina, wier monstruose standbeeld op het Noordeinde doet denken aan die kettingbotsing op de A15 in de mist deze week. Er staat ook heel toepasselijk bij: eenzaam maar niet alleen.
Maar ik wil mijn Koningin niet op deze wijze eren. Ik start graag het juiste bandje. Er zijn veel terugblikken, terecht, ook al waren de begrippen 'Juliana' en 'herinnering' de laatste jaren enigszins uit elkaar gegroeid.
Juliana was geïnteresseerd in de zwakkeren van de samenleving en dan met name in de gehandicapten. Want gehandicapten kunnen een heel eind komen. Zoals sjeik Yassin, die ondanks zijn rolstoel toch leider werd van een heel bekende organisatie. En die deze week nog hoger kwam dan de bedoeling was. O, o wat een puinhoop in het zogenaamde heilige land, kunnen ze daar niet eens een ander bandje instarten.
Dat is nog eens wat anders dan het Nederlandse Campina-toetjesterrorisme. Want bij dit soort terrorisme zijn er geen toetjes meer over. Nederland, ons land. Het land van Juliana. Oord van rust. Waar mensen tehuizen voor wandelende takken oprichten en dan heb ik het niet over marcherende bejaarden. Waar de inkomens van orthodontisten te hoog schijnen te zijn, niemand weet het, want jij ligt met je klep open, maar zij houden de kaken stijf op elkaar. Waar in de PvdA sinds het vertrek van Rob Oudkerk opeens een meerderheid is om hoerenlopers te bestraffen. Waar binnenkort de Idolsjury als selectiecommissie ook aan de slag kan bij de universiteit van Leiden. Er wordt dus alles aangedaan om de intelligentie te stimuleren, maar wie krijgt er dan weer een Edison: Frans Bauer. De man van wie zo vaak verkeerde bandjes zijn ingestart dat je het niet meer in de gaten hebt en dat je het goed gaat vinden.
Frans Bauer is de Juliana van de showbizz. En voor de jonge luisteraars: Juliana was de Frans Bauer van het Koningshuis. Tussen alle hotemetoten en geforceerde types was zij een mevrouw, wel de Koningin, maar één die een gewoon mens durfde te zijn.
Iemand die als kind regelmatig op paleis kwam spelen vertelde mij eens dat Bernhard als hij thuis was (en dus niet op jacht op dieren en diertjes) in zijn zwembroek pijprokend aan het zwembad zat en dat Juliana in een zwarte skibroek voor de spiegel stond en dramatisch uitriep: 'wat ben ik toch lelijk'. Ze wilde graag dat de mensen haar tegenspraken, maar toen bleef het stil.
Wat mij bij het terugzien van al die goede bandjes opviel, was de rust, de stilte, de voornaamheid en het geduld. Twee automobielen op de Afsluitdijk, de een reed 20, de ander 25 kilometer per uur. En het mistte niet eens.
GL, SP, Pvda en LPF vinden de hofrouw te lang duren. Ze willen aan het werk, de uitslovers. Ik hoop die verschrikkelijke haastbacil ooit een keer getraceerd wordt. Want als we vanwege de Moeder des Vaderlands niet even pas op de plaats kunnen maken, voor wie dan nog wel.
Ik arriveerde gisteren in het kader van de herculisering van mijn lichaam, weg met de verkeerde bandjes rond mijn middel, voor 12 uur 's middags in het zwembad. U mag er nog niet in, zei het meisje van de kassa, pas om twaalf uur, het is 65plus zwemmen. Wat heet. Ik keek naar het gedobber in het bad. Ze hadden nog zeven minuten om bij de kant te komen.Het was onduidelijk of dat zou lukken. In aangepast tempo kleedde ik me om en stuitte vervolgens op een aantal hoogbejaarde zwemmers. Die uiteraard hun code van hun kluisje vergeten waren. Ruim na twaalf uur kon ik het bad induiken, voorzichtig, want hier en daar dreef nog wat vrolijk geriatrisch wrakhout. En toen ik klaar was met mijn razendsnelle exercitie stuitte ik bij uitgang op vijf babbelende oude dames die magistraal langzaam naar de deur sloften. Passeren was er niet bij, zo waaierden ze uiteen. Uiteindelijk posteerden ze zich in de deuropening, maar lieten mij toen ze me zagen met een glimlach passeren. Ik was ondertussen onnatuurlijk rustig geworden en genoot daarvan. Ik dacht aan het land en de tijd van Juliana en hoe het dus ook nog steeds kan. En als jullie deze column straks nalezen op www.marcelverreck.nl en naluisteren op de stenderssite zullen jullie misschien denken: wat ben je rustig Marcel, maar echt luisteraars, het is toch het juiste bandje.

Marcel Verreck