04-05-05   COLUMN STENDERS VROEG OP

Waar ben ik in godsnaam terecht gekomen? En op wat voor een nationaal tijdstip? Want ze kunnen veel van mij zeggen, maar ik ben een echte trouwe Nederlander. Als ik hoor dat er in ons schitterende land steeds minder slagers zijn, dan denk ik: hoezo we hebben een Frans Bauer, we hebben een Jan Smit, we hebben een Vader Abrasmurf, kan iemand die baard nou eindelijk eens door de waterkraan halen, we hebben een heel slagerfestival. En dan reken ik, zelfs op 4 mei, daar ook nog Dennie Christian bij.
Ja maar er zijn ook minder groentenboeren en dat maakt mij bedroefd. Dan zweet ik peentjes, oneigenlijke concurrentie voor de groentenboeren, ik weet het, maar ik houd van dit stomme kakelland, dit welvarende praathuis, waar het gespreksonderwerp niet onbenullig genoeg kan zijn. Nationale discussies over Kopspijkers op laag water, Bastiaan en Tooske volgens Joop van den Ende het meest romantische paar, weer een gezellige marketingstunt maar het wordt in dit Boulevardland in alle kranten afgedrukt en zie ik dan weer die verschrikkelijke Tooske voor me dan moet ik onmiddelijk denken aan de nieuwste Nederlandse vinding gisteren op het nieuws: de meeverende drempel.
Er zijn nu in ons geweldige land straten met meeverende drempels. Vrachtwagens maken minder lawaai bij het passeren van een meeverende drempel . Nu nog meeverende vangrails, dat had mij een hoop geld gescheeld.
Het wachten is op opblaasbare eilanden, verfrommelbare probleemwijken, inschuifbare voetbaltreinen, inklapbare longen eh provincies en biologisch afbreekbare politici ala Paul Rosenmuller die volgens de Telegraaf deze week de Jack Spijkerman-trofee heeft gewonnen met zijn kloeke salaris als commissielid minderheden. Ik snap zo'n vergoeding wel, om je in te kunnen leven in zo'n functie moet je je een minderheid voelen. En met zo'n salaris hoor je tot een minderheid. Want zoveel topmannen van energiebedrijven zijn er nou ook weer niet. Maar ik vind het prima, het gelul erover hoort bij dit gezapige welvarend landje, waar het ondanks het gebrul van enige beroepshysterici maar niet heftig wil worden.
De wereldgeschiedenis is een bloedbad zonder weerga, lees er bijvoorbeeld In Europa van Geert Mak maar eens op na, als je alle doden die daarin vallen wil herdenken heb je aan twee minuten op 4 mei alleen niet genoeg. En dan is het toch wonderbaarlijk hoe ons fantastische land in vergelijking met de ons omringende naties de dans zo vaak ontsprongen is. We hebben zestienmiljoen inwoners, en volgens SBS, onmiddelijk na Maurice de Hond ons alwetend orgaan, maar zes probleemwijken, die meestal uit twee straten bestaan, dus dat is een krat of twintig, even een boodschapje doen op de lokale wietboulevard, uitdelen die handel en filmen maar!
Wat een geolied land, waar het zo goed gaat dat hele televisienetten gevuld worden met prietpraat van het kaliber 'Met welke ster heeft Patty Brardt nu weer stront' en 'Welke bobo zal voor hoeveel met haar geschoren bush in een tijdschrift poseren'.
Wat zijn we toch een heerlijk onschuldig land. We winnen niet voor niets een kinder-oscar. En natuurlijk heb je hier ook boeven en hele erge schoften als Mohammed B., maar daarmee gaat de AIVD op kenmerkende wijze om: knullig, onbekommerd, suf, laks, het komt allemaal wel in orde, wij zitten hier goed, zo'n vaart loopt het niet. Kortom typisch Hollands. Dat soort oorlogen zijn wij niet gewend te voeren. Wij gedenken nog altijd die oorlog van 60 jaar geleden en terecht want toen was de bereidheid medeburgers in de gaten te houden en te verlinken een stuk groter. Peter R de Vries gaat in politiek. Natuurlijk! En Bassie ontvangt binnenkort een eredoctoraat. Karel Aalbers krijgt weer 50 miljoen om mee te spelen. Waarschijnlijk hebben zijn financiers net als het Gelredome een open te schuiven schedeldak. Maar ik vind het prachtig. Ik houd van dit land.
Doodstil is de mooiste plaatsnaam van Nederland. Helaas wel het minst toepasselijk. Vroomshoop. Nieuwe Tonge. Fijnaart. Dat zijn schitterende namen. Of Waspik, al klinkt dat als een amputatie. Waspik. Net zoals Hattem. Sommige plaatsen zijn naar Bekende Nederlanders genoemd; Lelystad, Julianadorp en zelfs Patty Brardt heeft een eigen gemeente: Monster. Ongetwijfeld zonder al dan niet meeverende drempels. En ja, de gemeente waar we in deze dagen liever niet aan denken is Kampen.
Ons land. Onze Koningin. Ik heb haar gezien, na een uur wachten, met al die pancake princessen en prinselijke houtenklazen, afgelopen zaterdag. In de tram in Scheveningen, ik zag haar niet strippen, en ook Maxima niet, die heeft al een nichtje dat stript. Maar van mij hoeft de Koningin geen strippenkaart te hanteren. Er wordt in haar omgeving al genoeg gebogen en gevouwen. Het Oranjesprookje hoort bij dit weergaloze land, waar ik zo ongeneeslijk van houd.
Maar... vertel me dan wel ...waarom ik...wanneer mijn hele chaotische buurt vaststaat... en ik om deze verkeerstroom te ontlasten omdraai in de ingereden eenrichtingsstraat...na aan de eveneens aanwezige politieagenten duidelijk te hebben gemaakt dat dit de enige manier is... door deze zelfde stoere agenten getrakteerd wordt op een bon van € 45... terwijl achter hun rug minstens vijf auto's op dezelfde logische manier het verkeersinfarct verlaten?
Dat is, beste Nederlanders, omdat de politie, zo driftig op zoek naar draagvlak bij het wéldenkende gedeelte van de bevolking, een prestatiekontrakt heeft gesloten om centjes binnen te halen. Wat een onnederlandse ambitie bij de politie.
De politie. Als er een ramp gebeurt sturen een sms'je. Hallo hier de politie, u bent waarschijnlijk inmiddels gestikt door blauwzuurgas, maar we wilden u het toch nog melden. Hallo hier de politie, uw vrachtwagen met ontplofbare stoffen is over een niet meeverende drempel gereden, we melden het u maar, want onderzoek op de plaats delict heeft uitgewezen dat u inmiddels in de lucht bent.
En owee als de politie zijn prestatienorm nog niet heeft gehaald, dan rekenen ze vast een flink bedrag per ontvangen bericht. Ik houd van dit stomme kloteland, maar ik hoop niet dat ik straks door omstandigheden in het stemhokje de bleke bek van Peter R. De Vries rood moet kleuren.

Marcel Verreck