Marnix (27-4-12)  (Column verschenen in Den Haag Centraal, (27-4-12)
Haagse Harry in het Catshuis. Als formateur. Daarover mag ik graag fantaseren. En dat de onsterfelijke stripheld van Marnix Rueb dan een kabinet in elkaar timmert. Iets waar hij goed in is. De brilletjes en de aktentassen vliegen in het rond. En Harry kijkt tevreden naar het resultaat: Kèk, un paâhrs kabinet!
In de geest van Marnix Rueb kruipen, dat moet je eigenlijk niet proberen. Hij kan het zelf toch beter. Toch wisselen we weleens wat ideetjes uit, als verre buur en goede vriend. Dat leidde enige tijd geleden tot een dubbelslag in Den Haag Centraal. Ik zat met mijn kleine Daniël na een wandelingetje door bloesemend Den Haag bij Marnix in zn zonnige tuin. We maakten ons vrolijk over Het Wassenaarse Sexschandaal. Waar het Gemeentehuis was omgedoopt tot Gemeenschapshuis. Het resultaat van onze gein was terug te vinden in deze krant. In de hilarische cartoon van Marnix en precies op de achterzijde daarvan in wat snaakse zinnetjes in mijn column.
Vijf jaar geleden remigreerde ik naar de Residentie. Lang heb ik gewoond in de stad, die door sommige bekrompen zielen alhier 020 wordt genoemd. Op het eeuwig- goed-nieuws-medium Facebook zag ik een bericht van een Hagenees die schoorvoetend bekende dat zijn dichtbundel in Amsterdam werd gepresenteerd. Eén van zijn vrienden had als commentaar: Mij zie je daar niet. Dat vind ik getuigen van een triest provincialisme, de Hagenaar onwaardig. Als je die naam dan toch moeilijk uit je Haagse strot kan krijgen, zeg dan gewoon een buitenwijk van Den Haag. Of desnoods: Leidschenveen-Noord.
Marnix, for ever Hagenees, kent die schroom gelukkig niet. Al maakt hij er zoals altijd - wel grappen over. Om een voorstelling van Paul Pleijsier en mijzelf te zien toog hij geheel vrijwillig naar de hoofdstad. Het is blijkbaar bevallen, want onlangs, op zijn verjaardag, maakte hij met zijn geliefde een tripje de stad uit. De bestemming? Inderdaad. Maar ik heb al te veel privé-informatie prijsgegeven.
Bij mijn terugkeer in Den Haag ben ik door hem en zijn dierbaren in de armen gesloten en die vriendschap koester ik. Anders dan in Amsterdam, waar de creatieve competitie tussen alle geïmmigreerde dorpsidioten vaak grimmige trekjes vertoont, is Den Haag een stad van vrienden. En die moet je eren: Suptiel Haags, cartoons van Marnix Rueb, tentoonstelling in de Centrale Bibliotheek aan het Spui én bijpassend boekwerk. Vanaf 26 april. Kèkuh, kèkuh en duh res eâhrbij denkuh!
|