Couperiaanse verfijning: Duinoord ademt geschiedenis

De Duinoordschool. Daar heb ik kleuter- en lager onderwijs genoten. Het woord ‘Duinoord’ werd derhalve op jonge leeftijd in mijn geest gebeiteld. De Duinoordschool bevindt zich in het Statenkwartier, maar dat begon ik pas raar te vinden toen ik ontdekte dat er in Den Haag een geheel andere wijk was die Duinoord heette. Niet ver weg van waar ik woonde, maar toch net even anders. Aan de andere kant van de President Kennedylaan, zoals de voormalige tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog met veel gevoel voor historisch triomfantalisme was genoemd. Natuurlijk was die Duinoordschool daar ooit opgericht. Zoals over haast alle locaties op het zand zijn ook daar boeken over vol geschreven, want in onze stad achter de duinen is het goed toeven en dat willen we de wereld laten weten.
Voorts ging ik trouw naar bibliotheek ‘Duinoord’ op de Groot Hertoginnelaan. Maar dan was je ook daadwerkelijk ín die wijk. Daar werd mijn leeshonger geactiveerd en spoedig was de boekenkast met grotemensenboeken voor mij niet meer veilig. Ik vond er onder meer ‘Sambals voor Sweelinck’, een van de vele topografische politieromans die Pim Hofdorp schreef over Den Haag.
Meestal snelden wij richting ‘stad’ op de fiets of in de tram voorbij aan het Sweelinckplein. Het boek maakte dat ik er stilhield en de monumentale gevels aan een indringende beschouwing onderwierp. In Hofdorps boek werd iemand (waarschijnlijk de speurende ‘commissaris Aremberg’ zelf) beschoten vanachter de facades op de daken.
Geurend gras, bloesemende bomen, de prachtige huizen, hoe weinig onheilspellend oogde het. Dat doet de verbeelding met je, ogenschijnlijke onschuld wordt dreiging, zelfs op dit misschien wel mooiste plein van de stad, dat ook qua vorm het hart van de wijk is.
Duinoord. De naam is te vinden op het monumentale pand op de hoek van de Banstraat. De buurt ademt geschiedenis, Couperiaanse verfijning, met die telkens wisselende gevels waarachter je de Haagste geheimen vermoedt.
Neem de hoofdader van de wijk, de Groot Hertoginnelaan. Hoe lijkt ze niet op haar naam? Een voorname, sierlijke curve in het stratenplan van de Residentie. Een laan die haar allure van Carnegielaan tot Valkenbosplein blijft behouden. Breed, kasten van huizen, veel groen. Zij ontspringt bij het Vredespaleis en begint met aan de rechterzijde met een vijver met grasveld, waarop een in edelmetaal gestolde Couperus-gestalte. Daarachter is een ambassadewijk, die ik zeer goed ken, omdat ik er ooit het wekelijkse krantje ‘Nu’ rondbracht. Vooral bij Franssprekende consulaten werd deze titel de eerste maal gretig in ontvangst genomen.
Als bezorger moest je veel fietsen, want de panden zijn hier gigantisch, dus het aantal huisnummers gering. De Groot Hertoginnelaan is omringd door fijne straten met eeuwenoude Duinoordse kastelen, enerzijds richting de Laan van Meerdervoort, anderzijds gegroepeerd om de tegen Park Sorghvliet leunende vijver nabij de Alexander Gogelweg. Een monument in mijn winterbeleving, want op dit toen bevroren hart van water, heb ik, door meisjesogen opgezweept, ooit een middag heel behoorlijk kunnen schaatsen.
Die Alexander Gogelweg heette trouwens de eerste negen jaar van zijn bestaan gewoon Gogelweg. Maaromdat er in de matig articulerende volksmond vaak verwarring optrad met de in het Van Stolkpark gelegen Hogeweg werd er in 1922 ‘Alexander’ bijgoocheld. Overigens een van de rechtmatige voornamen van deze patriot die ooit de eerste landelijk geldende belastingen invoerde. Tja, gegoochel en de belastingheffen, het lijken uiteenlopende activiteiten, maar het resultaat is vaak hetzelfde.
Dit wijkje is opgezet voor welgestelde kolonialen, getuige villanamen als ‘Insulinde’ en ‘Gondang’. En ook Villa Sevensteyn, van Dudok, waar een tijdlang de Israëlische ambassade was gevestigd (compleet met permanente politiepost voor de deur). Het flatgebouw Zorgvliet, voormalig ‘woonhotel’, is gesitueerd tussen die villa’s, heeft drie ingangen en herbergt ruime, gerieflijke woningen met – in vroeger tijden – bediendenkamers! Dat zijn nu natuurlijk appartementen, die bovenin dit sfeervolle woonlabyrint gevestigd zijn.
Ik was er ooit op bezoek en had er, geholpen door een winterse bladerloosheid, prachtig uitzicht op de torens van de Residentie en de hoge bomen van het Catshuis.
Iets verderop is er zelfs een villa gekraakt, door bonafide artistiekelingen gelukkig, al blijft de naam ‘Grijpsheert’ grappig toepasselijk.
Via de Rutger Jan Schimmelpenninckweg, een straatnaam die bijkans langer is dan de weg, maar die in grandeur geeft wat hij belooft, steek je de Waldeck Pyrmonytkade over en beland je aan de rand van Duinoord. Aan de huizen is goed te zien tot waar na Tweede Wereldoorlog de bebouwing nog doorliep, al heeft er in het dode armpje van de Obrechtstraat, aan de zeezijde van de Groot Hertoginnelaan, een enigszins verwarrende ‘historiserende bouw’ plaatsgevonden. De rijk met witte steentjes versierde facades brengen je terug naar het begin van de vorige eeuw, aan de achterzijde zie je de degelijke constructie en het soevereine metselwerk van deze tijden.
De lange, hoge, kromme Obrechtstraat, van waaruit ooit de jonge coureur Michael Boogerd gretig naar de duinen koerste, voert je naar het winkelhart van Duinoord, de meer dan charmante Reinkenstraat. Een kleine ‘Fred’ met een keur aan bijzondere winkeltjes en horecagelegenheden, zoals lunch –en eetcafé Augustus, de zeer kindvriendelijke pizzeria Ziani en De Sampan, niet sissend, wel Thais en zeer smakelijk. Ook aziatisch met als extra een mooi wijnassortiment is Kruid en Druif, een naam die uitstekend oefenmateriaal biedt voor de uitspraak van zowel hoog –als plathaags. Wijnen en kazen, het zal niemand verbazen, zijn in deze omgeving in overvloed te krijgen.
Maar er is zoveel meer in de Reinkenstraat. Bakkerijen, waaronder die van de gebroeders Hessing, uitvinders van de ‘Haagse kakker’, een gewone en een biologische slager, diverse bloemenzaken, zoals Studio 31, een ‘schoenhersteller’, antiquariaat ‘Colette’ met in de etalage een selectie van Charlie Hebdo-nummers van voor de wereldwijde populariteit van het blad, een dierenwinkel en nóg een dierenwinkel maar dan anders: viswinkel ‘Blub’.
Ontdek de rest van het rijke winkelbestand zelf, maar breng in ieder geval ook een bezoekje aan het lieflijke buurtparkje ‘Sunny Court’, waarvan de ingang zich in een ronde fjord in de gevelrij van de Laan van Meerdervoort bevindt. Ooit liep hier een stoomtrambaan, vandaar dat de huizen zo ver van elkaar afstaan. Buurtbewoners hebben met vereende krachten een heerlijk beschut parkje gecreëerd. De naam ‘Sunny Court’ bestond al in de jaren ‘60, toen er tennisbanen lagen. In de winter werden die onder water gezet, zodat er door kinderen geschaatst kon worden. Nu staan er bankjes en is er een speeltuintje. De stadsoase is overdag geopend en wordt door vrijwilligers beheerd.
Struin vervolgens terug door de Reinkenstraat tot waar deze het Sweelinckplein kust en geniet nog eenmaal van de weldaad van Duinoord. En als je er al woont, blijf dan maar genieten.