Luizenstreken

(verschenen in Den Haag Centraal van 29-3-18)

Maakt u zich geen zorgen, dit is een sportcolumn. Toch wil ik op deze plek het succes van de comedyserie ‘De luizenmoeder’ van een bredere maatschappelijke context voorzien. Dan komen we uiteindelijk zeker bij de sport uit. Veel sportcolumnisten, dat lees ik ook wel, wagen zich niet aan dit soort bespiegelingen. Hun stukjes zijn doorgaans gesausd door de waan van de dag, waarbij sporters, trainers en bobo’s beschimpt dan wel bezongen worden. Ook heb je voetbalkenners die nooit een bal recht vooruit hebben getrapt, maar die onbekommerd cijfers lopen uit te delen, al dan niet gelardeerd met opschepperige betogen vol eigen gelijk: jaren geleden zei ík al … etcetera. Wat mij betreft mag het allemaal en als erom te lachen valt, dan lach ik graag mee.
‘De luizenmoeder’ dus. Het wel en wee van een basisschool vervormd tot een hilarische speelpleinmaatschappij. We zien een volkomen verzenuwde biotoop, waarin volgens de comedywetten één min of meer normale persoon, luizenmoeder Hannah, omringd is door een brede selectie gekken. Of gek, ze zijn eigenlijk voornamelijk bang, gefrustreerd en gericht op hun eigenbelang, dat volgens eigen zeggen ook het belang van hun kind is. Daar hoeven we niet zo zeker van te zijn.
Protocollen en regeltjes moeten deze zoekende zielen zekerheid geven, lachwekkend haantjes- en kipjesgedrag is het gevolg. De populariteit van de serie geeft aan dat er herkenbare zaken aan de orde worden gesteld. En die overstijgen het onderwijs. Kern is een allesverzengend gebrek aan wederzijds vertrouwen. Immers, hoe minder vertrouwen, hoe meer regeltjes.
Probleem is wel dat regeltjes vaak een voor één der partijen onwenselijke beslissing opleveren en dat nederlagen steeds moeilijk worden geaccepteerd. Dan gaat er weer een volwassen man in de gedaante van voetbaltrainer te keer tegen een arbitrale beslissing. Dan begint zo’n nerveus konijn na een veegpartij over een strafschop die had moeten worden toegekend toen het nog pas 2-0 stond: ‘Geeft-ie hem wel, dan loopt zo’n wedstrijd heel anders.’ Videoscheidsrechter! Overspelen! Het is houvast zoeken in een zee van wrakhout.
Volgens mij begint de slagkracht van ver doorgevoerde regels af te nemen. Zo krijgt in de laatste aflevering van ‘De luizenmoeder’ de ijdele, incompetente, maar aandoenlijke schooldirecteur het vertrouwen boven een kil efficiencymonster. Het scheidsrechters-opperhoofd ontvangt veel kritiek omdat hij arbiter Bas Nijhuis maant zich meer aan de regeltjes te houden. We zien liever een klungelend uitscheldbaar mens dan een machine. En liever luizenstreken dan holle perfectie.