PLAATS (82): Otterrade

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Michel van de Luitgaarden woont al lang in een vrolijk bevoortuind straatje in Voorburg City, maar is opgegroeid in de toen nog zeer jeugdige wijk Bouwlust. Hij kwam enige tijd geleden zonder werk te zitten op een leeftijd waarop het niet makkelijk is iets anders te vinden. Maar hij sport veel en bedenkt projecten die hem gaande houden. Zo maakte hij de film ‘Haagsche Vrienden’, waarin hij 16 jeugdvrienden (hemzelf incluis) aan het woord laat over hun jonge jaren in het nieuwe Den Haag van de jaren zestig en zeventig.
Omdat hij, net als Paul van Vliet en Ed Struijlaart, aanstaande zondag te gast is bij onze muzikale talkshow in Theater Dakota, ga ik bij hem op bezoek om zijn verhaal te horen en enkele saillante fragmenten uit de film te selecteren. De hele film zal later die zondag, om 19.00 uur, ook in Theater Dakota worden vertoond. Hij heeft oude foto’s en ansichtkaarten gemonteerd tussen de beelden van de Otterrade en omgeving nu. Een groot aantal grijzende of inmiddels onbehaarde mannen, de meesten getooid met een schalks lachje, vertellen over de heerlijkheden van hun jongensjaren in Bouwlust.
Hoe Haags kan het zijn? Brommertjes, voetballen, knokpartijtjes met schorem van het Oranjeplein, het is een feest der herkenning. In deze buurt groeide ook mijn kunstbroeder en opperrègâh Johan Frauenfelder op. Hij had z’n duivenplatje op Plantenoord, een naam die, gelegen nabij Sterrenoord en Zonneoord, de verdenking op zich laat een gemeentelijke verschrijving te zijn: had het eigenlijk niet Planetenoord moeten zijn?
Het zijn wijken waar ik als zandhaa(g)s uit het Statenkwartier zelden kwam. Soms voetbalde ik met V.U.C. op een van de vele Escamp-velden. Gelukkig wist mijn vader de weg, voor mij leken al die halfhoge flats (hoger dan vier verdiepingen zonder lift mocht niet) met groene binnenperken op elkaar. Maar toen Harry Jekkers de Moerwijkse voetbalpartijtjes in de achtertuin bezong, wist ik wel meteen wat hij bedoelde. Pas veel later, op de racefiets en wandelend met mijn zoontje, heb ik dit enorme gebied leren kennen.
Goed, ik woonde in de chique slagschaduw van Catshuis en Vredespaleis, wij wandelden in Park Sorghvliet, ik ging school op het 1e VCL, maar wat komen die verhalen van Michel en zijn vrienden mij toch bekend voor. Brommertjes, voetballen, knokpartijtjes.
Ach ja, zand of veen, we blijven Haagse jongens.