De Chinese bank (12-1-17)

Iedere twee weken schrijft Marcel Verreck een sportcolumn in Den Haag Centraal.

Het scheelde maar één cijfertje. De Postcodeknaller scheerde langs onze buurt. De Donker Curtiusstraat, waar de vlag wél uitkon, oogt niet als een straat van winnaars. Ik loop vaak door die straat, want hij is gelegen naast zwembad ‘De Waterthor’. Daar crawlde ik de afgelopen week in het besef dat ze aan de andere kant van de straat in hun geld zwommen. Donker Curtius was trouwens een 19e eeuwse politicus, een handlanger van Thorbecke, blijkbaar was het toen al bon ton om de duistere kanten van dat beroep met een voorvoegsel bij de achternaam te accenturen.
Ik gun de Donker Curtiusianen hun monstrueuze prijs van harte, zelf doe ik niet mee aan loterijen, maar het vereist veel geestkracht en beleid om dit soort plotselinge weelde te overleven.
Op zo’n klapper ga ik me trouwens nu wel instellen, want het grote geld lonkt. In China! Daar kan je als voetballer nog voller en vetter worden. Onze vriend Graziano Pelle speelt daar bijvoorbeeld en kan nu moeiteloos 24 uur per dag een keur aan barbiers in dienst nemen. Didier Drogba beurt € 327.000. Per week! In dezelfde tijd ontvangt Nicolas Anelka € 230.000, de Braziliaan Oscar € 450.000 en zijn landgenoot Hulk € 390.000. Die laatste schijnt groen te worden als hij zijn geld niet krijgt. Ik schrijf de bedragen voluit om hun perversiteit te benadrukken. Zelfs mannetje Gudelj van liever-niet-op-de-Ajax-bank gaat een ton per week verdienen. Met andere woorden, wat doen we nog hier?
Ben ik inmiddels weer in training? Ach ja, zo kan je het dagelijkse leven ook noemen, maar aan het grote graaien in China zal ik niet als al te actief speler meedoen. Ze moeten mij, tegen een belachelijk bedrag, aannemen voor de bank. Daar is de stemming altijd beneden peil, daar wordt aanhoudend gekniesd, daar is een sfeermaker broodnodig. Komediant-voetballer Hans Boskamp had in vroeger jaren een vaste plek op de Oranjebank. Ik zal mijn toekomstige Chinese broodheren duidelijk maken dat in het moderne topvoetbal grappenmakers onontbeerlijk zijn. ‘Geen ovelwinning zondel voetbalhumol.’ Natuurlijk, er zijn nog wat culturele verschillen te overbruggen, maar met die Chinese centen als smeermiddel komt het allemaal goed.
Ze kunnen me trouwens ook inhuren als voetbal-analist, want van eindeloos zwetsen heb ik jaren geleden al mijn beroep gemaakt. Ja mensen, het grote geld komt uit China, maar het is voor Hagenezen wel verstandiger om het ter plekke op te halen.