‘Het wordt hier een paradijsje’ (16-2-17)

De bewoners en medewerkers van het in 2015 gesloopte complex De Vloek in Scheveningen knappen in Moerwijk een leegstaand schoolgebouw op. In het voorjaar gaat hier ook het veganistisch restaurant Water en Brood weer open. (Artikel in Den Haag Centraal)

‘Als je de deur snel dicht doet,’ zegt Jonne Praat, ‘dan doe ik de houtkachel aan.’ Hij was kok van veganistisch restaurant ‘Water en Brood’, een van de attracties van ‘De Vloek,’ het met veel vertoon ontruimde en gesloopte complex aan de havenmonding. Alsof men bang was voor een wonderbaarlijke herrijzenis is daar in ijltempo het nieuwe nautische centrum uit de grond gestampt. Borden geven aan dat er nog voldoende kantoorruimte te huur is.
De bewoners en medewerkers van ‘De Vloek’ zijn inmiddels ook al weer anderhalf jaar verder. Ze kregen de sleutel van Beatrijsstraat 12, een verlaten en tamelijk verwaarloosde middelbare school, die, ondanks de heersende koude, bruist van de activiteiten.
De bewoners hebben voor tien jaar om niet een gebruikersovereenkomst met een mogelijkheid tot een verlenging van vijf jaar. Wel wordt van de bewoners van de gebruikers verwacht dat ze het pand opknappen.
‘Het heeft elf maanden geduurd voordat we een gasmeter kregen,’ vertelt Jonne, ‘die is er net.’ Nu kunnen ook de leidingen worden doorgetrokken, zodat de keuken kan worden afgebouwd.
‘Water en Brood’ verwacht in het voorjaar de deuren weer te openen. Het Moerwijkse complex is met een fijn ironisch oog voor de geschiedenis van zowel het gebouw als de huidige gebruikers omgedoopt in ‘De Samenscholing.’
Inmiddels is er onder meer een geheel geisoleerde oefenruimte voor bandjes gehuisvest, alsmede een houtbewerker, een fietsenwerkplaats en een imker (met nu nog dommelende bijen).
Contacten met de buurt zijn er volop. Eens per maand is er een ‘repaircafé’ en de weggeefwinkel (elke zaterdag vanaf 14.00 uur geopend) ‘loopt als een trein’. Die ziet er ook prachtig uit, op karakteristieke wijze versierd met de kreet ‘kijken, halen, niet betalen.’ In de aula vinden we de overduidelijke sporen van het praktisch idealisme van de ‘samenscholers’: een hele lading ingezamelde kleding wacht op transport naar de Griekse vluchtelingenkampen. Drie zeecontainers zijn al verscheept.
Nu de komst van het gas aanstaande is, zal ‘Water en Brood’ in de nieuwe, grotere ruimte vlakbij de ingang herleven. De trouwe schare vaste klanten, tuk op heerlijk veganistisch eten voor een zeer sociaal bedrag, gaat niet teleurgesteld worden. Dat blijft namelijk hetzelfde, maar door de combinatie met de andere omgeving zal er toch veel nieuw zijn.
Kok Jonne heeft de afgelopen tijd zijn culinaire blik verruimd: ‘Ik werk nu bij de lunchroom van ‘Pluk’ in Loosduinen. Door hun pluktuin leer ik meer over kruiden en andere gewassen. Ook word ik gedwongen mij nader te oriënteren op zoete gerechten, hartstikke leuk.’
Jonne staat te popelen om te beginnen, hij heeft het koken gemist. ‘Maar ik heb nu wel meer tijd gehad om thuis allerlei gerechten uit te proberen.’ Zijn optimisme is kenmerkend voor de enorme werkdrift en het organisatievermogen dat in ‘De Samenscholing’ wordt tentoongespreid: ‘Het einde van ‘De Vloek’ was voor iedereen een enorme klap, wat je al die jaren hebt opgebouwd is opeens weg. Mensen moesten andere huisvesting en baantjes zoeken. Nu wordt hier door zo’n twintig man ’s avonds en in het weekend keihard gewerkt.’
Met een dikke trui aan, maar lachend, voorziet hij een zonnige toekomst: ‘We bouwen een kas en er komt een mooie tuin met terras. Het wordt hier een paradijsje.’