PLAATS (136): Wilhelminastraat

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Dat zongen wij vroeger met onze zoete zondagsschoolstemmetjes. Het is een mooi streven, hier en daar behoeft een en ander absoluut verbetering, maar laten we in ieder geval afspreken dat we van het Wilhelmus afblijven.
Natuurlijk, het is een oud, sloom en achterhaald lied. De tekst is onbegrijpelijk en het aantal coupletten oneindig. Waar landen als Italië en Argentinië met pittige wijsjes vol tempowisselingen voor de dag komen, zitten wij opgescheept met een slaapverwekkend psalm. Dat zal in de komende voetbalzomer misschien beduidend minder klinken, we hebben de Spelen in Rio nog.
In de praatindustrie op televisie ging het rond Koningsdag toch maar weer eens over alternatieven, want iedereen schijnt in de war te zijn omdat we niet meer weten wie we zijn. Aldus de praatindustrie, die moet zorgen dat zijn orderportefeuille volblijft. Er waren al wat lacherige opzetjes gemaakt.
Mijn standpunt is simpel: Het goeie van het Wilhelmus is juist dat het een onbegrijpelijk fossiel is. Een totempaal, definitief losgezongen van elke letterlijke betekenis, waar we om heen dansen, terwijl we gemeenschappelijk die paar woorden lallen die we er nog van kennen. Een onaantastbare bolus, onwrikbaar in de tijd. Laat dat zo blijven!
Want wat ons verenigt, is eerder het mysterie dan het uitgekiende concept. De menselijke behoefte om deel te hebben aan een hoger raadsel wint het uiteindelijk van platte consumptie. En ook degenen die hun levensvreugde halen uit materiële zaken, hebben de neiging hun spulletjes ernstig te vergeestelijken. In aanbidding knielen zij met een sacrale poetsdoek neder voor hun glanzende automobiel. Ontdaan van hun heilige smartphone zijn zij verloren.
En zo is een volkslied is niet zomaar een volkslied. In de muziekbusiness is veel maakwerk, ontstaan uit de beredeneerde drift om een hit te scoren, maar succes is nooit op voorhand gegarandeerd. Juist verrassingen brengen de evolutie verder, al is dat voor de Ajacieden die zondag in Doetinchem een ‘zekere’ titel lieten glippen een schrale troost.
‘Oh oh Den Haag’ werd ooit plotseling omarmd als het Haagse volkslied. Het appelleerde aan iets, net zoals dat raadselachtige Wilhelmus. Je zou zeggen, dit soort liederen krijgt nooit een opvolger. Maar ja, de Règâhs hebben weer een nieuwe fijne CD en presenteren die op 21 mei in Het Paard. Dus je weet het nooit!