PLAATS (142): Museumkwartier

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

Er is, behalve zand en veen, in Den Haag nog een gebied te onderscheiden. Het ligt ter hoogte van het Binnenhof en ik noem het altijd maar ‘het bagger’. Oftewel ‘het politieke drijfzand’, op wiens peilloze diepte je nu bij het Tournooiveld vanwege de aanleg van een parkeergarage een blik kan werpen. In deze omgeving bevindt zich ook het beoogde Museumkwartier, waarin men de vele aanwezige musea nog meer met elkaar wil verbinden.
Daar was natuurlijk onmiddellijk gedoe over, want zoals bekend kan er in onze stad geen steen verlegd of boom gekapt worden zonder dat betrokken activisten zich eraan vastketenen. Zo vind ik het nog steeds onbegrijpelijk dat de bloesemboompjes aan de kustzijde van de Laan van Meerdervoort het hele voorjaar lelijk onthoofd langs de straat hebben gestaan. De geplande herinrichting was nog lang niet begonnen, had ze nog één keer laten bloeien!
Maar goed, het Museumkwartier. De majestueuze rust van het Voorhout moet natuurlijk niet ontaarden in een permanente toeristenscrum. Een nobel standpunt, want alles van waarde is weerloos en plannenmakers dienen constructief maar met gezond wantrouwen bejegend te worden. Het gaat hier dus om een delicaat proces van kleine stapjes, waarbij de balans tussen wat hartstikke goed is (en dat is veel in Den Haag, vandaar ook het assertieve conservatisme) en mogelijke verbeteringen voortdurend in de gaten moet worden gehouden.
Het is een mooie uitdaging: meer bezoekers voor dit prachtige stadsdeel zonder aantasting ervan. We zouden om te beginnen het Binnenhof als extra museum kunnen inrichten. Dat kunnen ze bij die renovatie gelijk meenemen.
Ik denk aan een tentoonstelling van verdwenen verschijnselen uit de democratie: het scherpzinnige ideologische debat, het onelinerloze betoog, het niet-opportunistische kamerlid en natuurlijk de VVD’er zonder strafblad.
Bij het kanaliseren van de aanzwellende toeristenstromen ontkomen we, zoals overal, niet aan etnisch profileren. Voor de immer voortrazende Japanners met hun zwaaiende selfiesticks zou je een aparte snelle route kunnen creëren, voor de traditioneel lawaaiige Amerikanen eentje met geluidsschermen.
Veel kan ook ondergronds, voor de hand ligt een nieuw verzetsmuseum, maar ook het transport van touristen vanaf hun touringcars bij het Malieveld. Dat wordt een extra ‘experience’, want met onze Haagse ervaring maken we daar een spectaculaire grotachtige wildwaterbaan van.
En wordt het onverhoopt toch te druk op het Voorhout, laten we John Medley zingen. Dan is iedereen zo weg.