PLAATS(93): ANWB-gebouw, Wassenaarseweg

Elke week bespreekt Marcel Verreck in Den Haag Centraal heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.

File en Weer hebben een dispuut.
‘Vakantie!’ zegt File.
‘Maar niet voor ons,’ zegt Weer.
‘Waarom ben jij eigenlijk belangrijker dan mij?’ wil File weten.
‘Is dat zo?’ vraagt Weer.
‘Jij zit altijd in het achtuurjournaal,’ zegt File, ‘ik alleen op hoogtijdagen.’
‘Nou ja,’ zegt Weer, ‘ik ben er altijd en jij niet.’
‘En jij kan mooi zijn,’ zegt File, ‘ik niet.’
‘Vergis je niet,’ zegt Weer, ‘er wordt meer van jou gehouden dan je denkt.’
‘Hoe bedoel je?’ zegt File.
‘Je bent een wijkplaats in deze drukke wereld,’ zegt Weer filosofisch, ‘de mensen worden op werk en thuis in een sociale houdgreep genomen, dankzij jou mogen ze even op zichzelf zijn en doen wat ze willen.’
File moet bijkomen van deze gedachte.
‘Denk je? Er wordt altijd op mij gescholden.’
‘Natuurlijk,’ zegt Weer, ‘dat ook. Veel lui hebben haast, of kunnen niet tegen het idee dat ze dat ze de zaak even niet naar hun hand kunnen zetten.’
‘Maar dat heb jij toch ook,’ zegt File, ‘hoe vaak krijg jij geen slechte recensies?’
‘Dat hoort er blijkbaar bij,’ zegt Weer, ‘maar ik ga gewoon mijn gang.’
‘Ik kan ook niets aan mezelf doen,’ zegt File, ‘wat dat betreft ben ik net zo goed een natuurverschijnsel.’
‘Je bent wel bezig met een come-back,’ zegt Weer, ‘het was een tijdje rustig.’
‘Jaja, de crisis,’ zegt File, ‘en een asfaltkabinet, hè. Er zijn nu rijkswegen die ongeveer even breed als lang zijn.’
‘En het einde is niet in zicht,’ zegt Weer, ‘binnenkort moet Midden-Delfland eraan geloven.’
‘Ja, de A13, dat gaat een stuk minder worden,’ zegt File, ‘ik heb nu al weemoed.’
‘Toch ben ik wel jaloers op jou,’ zegt Weer, ‘en niet alleen vanwege Heleen de Geest, wat een heerlijke stem heeft die vrouw.’
‘Dat klopt,’ zegt File, ‘ik weet dat er lui zijn, die vanwege haar op mij hopen.’
‘Nou ja, wij hebben Willemijn Hoebert.’
‘…’
‘Nee,’ zegt Weer, ‘bij jou is alles duidelijk, maar bij mij gaat het alle kanten op. Ik word soms gek van die wisselende reacties.’
‘Daar ben ik dan wel weer blij om,’ zegt File.
‘Waarom?’ zegt Weer.
‘Nou,’ zegt File, ‘als jij gek gaat doen, dan ontsta ik.’